Bij een tijdelijke huurovereenkomst voor een bepaalde periode moet de huurder vertrekken en eindigt de huurovereenkomst automatisch na afloop van de overeengekomen periode, mits de verhuurder dat schriftelijk 1 tot 3 maanden voor afloop van de huurtermijn aan de huurder heeft bevestigd. Doet de verhuurder dat niet, dan wordt de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd voortgezet. Ook kan een dergelijke huurovereenkomst alleen voor onbepaalde tijd worden verlengd. Met de inwerkingtreding van de spoedwet tijdelijke huurovereenkomsten op 1 april 2020 is dat nu anders. Hoe dat zit zal in deze blog worden uitgelegd.
Reguliere en tijdelijke huurovereenkomsten
Er worden vaak 'reguliere' huurovereenkomsten, huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd met een minimumduur van bijvoorbeeld één of twee jaar, gesloten. Verhuurders willen daarmee bewerkstelligen dat de huurder niet binnen die termijn op kan zeggen zodat de verhuurder de garantie heeft dat hij de woning in ieder geval voor die periode aan dezelfde huurder kan verhuren. De verhuurder kan de huurovereenkomst niet opzeggen na afloop van die minimumperiode, noch op enig ander moment, tenzij sprake is van een wettelijke opzeggingsgrond. Een huurder komt dus huurbescherming bij een dergelijke huurovereenkomst.
Bij een tijdelijke huurovereenkomst voor bepaalde tijd (tot maximaal 2 jaar voor een zelfstandige woonruimte en maximaal 5 jaar voor een onzelfstandige woonruimte) heeft de verhuurder de garantie dat de huurovereenkomst na de overeengekomen periode eindigt of in ieder geval kan eindigen. Voor de huurder is het voordeel van een tijdelijke huurovereenkomst dat hij de huurovereenkomst tussentijds kan opzeggen en dus niet gebonden is aan een minimale huurperiode. Er bestaat nog wel eens onduidelijkheid over of een huurovereenkomst als reguliere of als tijdelijke huurovereenkomst aangemerkt dient te worden.
Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten
Op 1 april 2020 is de Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten in werking getreden. Deze spoedwet maakt het mogelijk om tijdelijke huurovereenkomsten, die aflopen tussen 31 maart 2020 en 1 juli 2020 te verlengen met één, twee of drie maanden. Een huurovereenkomst kan niet langer dan tot 1 september 2020 verlengd worden, maar deze termijn kan eenvoudig worden verlengd als de coronacrisis langer mocht duren.
Binnen één week nadat de verhuurder de kennisgeving heeft gestuurd over de dag waarop de huur eindigt dient de huurder dit verzoek aan de verhuurder te doen. De verhuurder mag dat verzoek slechts weigeren in specifieke gevallen, bijvoorbeeld als hij de woning al heeft verkocht of verhuurd. Verder is de verhuurder verplicht de huurder te informeren over deze tijdelijke verlengingsmogelijkheden. Als de verhuurder weigert zonder dat sprake is van een van de in de wet genoemde weigeringsgronden, kan de huurder de rechter verzoeken om te bepalen dat de huurovereenkomst wordt verlengd. Dat zal als een urgente zaak worden aangemerkt.
Juridisch advies verlenging huurovereenkomst
Indien je vragen hebt over een huurovereenkomst of de verlenging daarvan, aarzel dan niet om contact op te nemen.
Commenti